Overslaan en naar de inhoud gaan

Onze dienstverlening

Wiels helpt om zeker, veilig en toekomstgericht te ondernemen in milieu, ruimte en preventie.

Over onze dienstverlening

Begeleiding

Wij begeleiden je bij het realiseren van jouw plannen op strategisch en operationeel vlak.

Begeleiding op maat

Alle artikels

Na het verslag van de expertencommissie vergunningen: vlottere en betere vergunningsprocedures op komst?

 De Vlaamse regering stelde een commissie met experten aan met de opdracht om de weg naar oplossingen uit te zetten.

Daria nepriakhina 322874
Nieuwsflits

Een omgevingsvergunning krijgen duurt te lang en de uitkomst is vaak onzeker. Daarover is iedereen die ermee te maken heeft het eens. Hoe lossen we dat op? Dat is een stuk minder duidelijk. De Vlaamse regering stelde een commissie met experten aan met de opdracht om de weg naar oplossingen uit te zetten. Het eindrapport is er en benoemt helder de verbeterpunten. Hieronder gaan we in op de opvallendste conclusies en op wat die op het terrein betekenen.  

Elke fase van een vergunningsaanvraag biedt kansen 

In het rapport formuleert de commissie aanbevelingen voor elke fase van het vergunningenproces. Dat zijn er drie: de voorbereiding, de eigenlijke procedure en het beroep.  

Goed begonnen enz. 

Het succes van elke aanvraag start bij een goede voorbereiding. Deze is afhankelijk van de juiste ondersteuning (denk aan architecten, deskundigen en consultants), de kwaliteit van de regelgeving en de overlegcultuur met overheden.  

  • Omgevingsdiensten en adviesinstanties zijn druk bevraagd. Daarom is vooroverleg organiseren en de juiste partijen aan tafel krijgen vaak moeilijk. De experten stellen voor om een recht op vooroverleg in te voeren. 
  • Daarnaast moet er meer transparantie komen over ‘semi-regelgeving’ zoals soft law en hoe overheden regels toepassen. Die blijven vaak te lang onder de radar waardoor het moeilijk is om nog oplossingen te vinden in een lopende procedure.
  • Om dat alles te faciliteren suggereren de experten om tussenpersonen tussen overheden, aanvragers en stakeholders aan te stellen. Die omgevingsmanagers werken in opdracht van een overheid of een aanvrager.  

Dat voortraject zal volgens ons altijd heel afhankelijk blijven van elementen die je niet in regels giet. Het gaat over het vertrouwen van een aanvrager in de overheid en de bereidheid om open te spreken. Het gaat over hoeveel personeel adviesinstanties krijgen voor hun kerntaken en over het samenstellen van de juiste professionele entourage rond je project. Wat wel goed is, is de oproep om transparanter te zijn over regelgeving al zou dat voor zich moeten spreken voor moderne overheden. 

Het hart van de procedure 

De commissie doet interessante voorstellen om het verloop van de officiële procedure te verbeteren. Die bouwen verder op de idee van de modulaire omgevingsvergunning. Die houdt in dat elke vergunningsprocedure meer maatwerk wordt, met mogelijkheden om tussendoor de plannen aan te passen, nieuwe adviezen te vragen enz.  

De commissie suggereert onder andere deze verbeteringen: 

  • De invoering van een pauze-knop tijdens de procedure. De termijnen die een overheid heeft om te beslissen over een aanvraag zijn vandaag dwingend. Dat heeft voordelen omdat het iedereen aanzet om tijdig te beslissen en knelpunten die tijdens de procedure opduiken snel aan te pakken. Soms is die dwingende termijn een nadeel en is er bijvoorbeeld meer tijd nodig voor overleg met een adviesinstantie of voor de aanpassing van de plannen. Met de pauze-knop kan de aanvrager dus extra tijd kopen en zo de kans op een vergunning verhogen. - 
  • Adviezen moeten een duidelijker statuut krijgen en de vergunningverlener meer marge geven om afwegingen te maken. Vandaag zijn sommige adviezen bindend en is er weinig tot geen ruimte om terechte bezorgdheden op te lossen via aangepaste plannen of voorwaarden. 
  • Verhogen van de kwaliteit van de regelgeving door wel de doelen vast te leggen, maar aanvragers meer vrijheid te geven over de middelen om dat doel te halen. (Bvb. infiltratie van regenwater verplichten, maar aanvragers de keuze laten om de best mogelijke oplossing uit te werken.) 
  • Een ingrijpende hervorming van het openbaar onderzoek.  

Dat laatste is één van de meest opvallende voorstellen. In eerste aanleg zou er in regel maar één openbaar onderzoek meer zijn (ook al wijzigt de aanvraag tijdens de procedure). In beroep zou het openbaar onderzoek komen maar dan over het ontwerpbesluit en dus niet over de aanvraag. Dat laat iedereen toe om gerichter te reageren.  

Wat met het beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen? 

De commissie stelt voor om opnieuw de regel “geen bezwaar, geen beroep” in te voeren. Die sneuvelde eerder voor het Grondwettelijk Hof. Dat voorstel is gekoppeld aan de verbeterde inspraakmogelijkheden tijdens de procedure.  

Verder denkt ze gerichte verhogingen van de drempels voor beroepen door: 

  • Het inperken van beroepsmogelijkheden voor zogenaamde “activistische vzw’s”.
  • De vereiste van het aantonen van een belang bij het middel (wat bvb. uitsluit dat een vzw die opkomt voor natuurbescherming een vergunning onderuit kan halen omdat ze niet voldoet aan de toegankelijkheidsverordening).
  • Een terughoudende beoordeling vragen van de rechter voor elementen die een appreciatie inhouden van de vergunningverlener. 
  • Het uitbreiden van de mogelijkheden voor de Raad om bvb. beslissingen gedeeltelijk te vernietigen, voorwaarden op te leggen, studies te bevelen etc. 

Het spreekt voor zich dat dit erg delicate ingrepen zijn omdat onder meer de toegang tot de rechter moet verzekerd blijven. 

Ook de grondwet komt in het vizier 

Verder benoemt de commissie twee pijnpunten in de Grondwet met directe gevolgen voor het vergunningenbeleid in Vlaanderen.  

  • De experten pleiten ervoor om de zogenaamde “exceptie van onwettigheid” (art. 159 Gw.) in te perken. Nu zorgt die bepaling ervoor dat bijvoorbeeld een recente omgevingsvergunning kan vernietigd worden omdat het bestemmingsplan waarop die vergunning zich baseert onwettig tot stand gekomen is. Fouten uit het verleden zoals bij de totstandkoming van de gewestplannen in de jaren 1970 zijn met andere woorden een blijvend risico.  
  • Daarnaast vindt de commissie dat het stand-stillbeginsel” (art. 23 Gw.) herbekeken moet worden. Dat beginsel zorgt ervoor dat nieuwe regelgeving geen achteruitgang mag inhouden qua bijvoorbeeld de bescherming van het leefmilieu. Afwijken kan slechts in uitzonderlijke gevallen. De experten stellen voor om de decreetgever meer beoordelingsmarge te geven om hem toe te laten verschillende belangen af te wegen. 

Opnieuw: twee interessante maar gevoelige voorstellen. Al geven die tegelijk goed aan dat oplossingen niet alleen op het Vlaamse niveau liggen.  

Iedereen is deel van de oplossing 

Het rapport van de experten ligt er. Het pad is uitgezet maar het echte werk begint nu. Vlaams minister Jo Brouns kondigde al het politieke antwoord aan op het rapport in de vorm van een conceptnota voor nieuwe regelgeving. Daarnaast staat sinds het rapport vast dat de modulaire omgevingsvergunning er snel aan komt.  

Een rode draad doorheen het rapport is dat iedereen een deel van de oplossing in handen houdt. Elke aanvrager kijkt uiteraard in de eerste plaats naar de overheid die regels maakt, adviezen geeft en beslist over vergunningsaanvragen. Wat het rapport echter duidelijk maakt is dat ook aanvragers, experten, bezorgde buren en rechters een stuk van de oplossing in handen hebben.  

Het is nu vooral uitkijken naar de eerste verbeteringen die de modulaire omgevingsvergunning brengt en hopen op een open debat over de voorstellen van de commissie. 

Het volledige rapport staat online

Hulp nodig bij het realiseren van jouw plannen?

We vertellen graag meer over hoe wij jou zonder zorgen laten ondernemen.

WIELS REPORTAGE 2024 07 191 A0522 WEB