terug naar overzicht

Nieuwsflits milieu: Een bemaling … en nu?

Eveline, Ruimtelijke planning en Stedenbouw

Bij bouwwerken onder het grondwaterniveau zal het vaak nodig zijn om het grondwaterpeil al dan niet tijdelijk te verlagen. Dit actief beheersen van de grondwaterstand is gekend als bemalen. Door de steeds langere droogtes is er de voorbije jaren een verhoogde aandacht voor het beter beheren van de grondwatervoorraden. Het onnodig lozen van bemalingswater wordt dus niet zomaar meer getolereerd. In het kader van de Blue Deal kondigde de minister aan de regelgeving aan te scherpen.  

Vlarem-trein 2019 

Een eerste verscherping is gebeurd met de VLAREM-trein 2019, en sinds eind 2022 van kracht. Met deze VLAREM-trein wordt specifiek voor bemaling volgende aanpassingen doorgevoerd:  

  • Het invoeren van een definitie voor de “verlaging van het grondwaterpeil bij een bemaling”. De minimale verlaging van het grondwaterpeil om de beoogde werkzaamheden te kunnen uitvoeren, wordt vastgelegd op 0,5 m onder het beoogde uitgravingspeil van de bouwput of -sleuf. Dit kan een impact hebben op de indelingsrubriek of klasse.  
  • Het aanscherpen en verduidelijken van de bemalingscascade:   
    • STAP 1: Maximaal beperken van het onttrokken volume bemalingswater en maximaal terug in de grond brengen van bemalingswater door gebruik van best beschikbare technieken.  
    • STAP 2: Als retourbemaling niet mogelijk is dan geniet het hergebruiken van het bemalingswater voor andere doeleinden de voorkeur, tenzij het een risicogrond betreft of het een perceel betreft waarvoor een decretaal bodemonderzoek werd uitgevoerd. 
    • STAP 3: Indien lozen toch nodig blijkt, gebeurt dit best in een gracht of waterloop. Bij lozing op oppervlaktewater dient steeds de toelating van de waterloopbeheerder gevraagd te worden. 
    • STAP 4: Lozen in de riolering is de laatste optie. Indien een debiet van meer dan 10 m³/u wordt geloosd op de riolering die is aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, moet hiervoor de uitdrukkelijke schriftelijke toelating worden aangevraagd bij Aquafin.  
  • Er is ook een verduidelijking van het kwaliteitskader voor retourbemaling. De mogelijkheid wordt voorzien om bemalingswater met beperkte verontreiniging te retourneren, bv. in zones die nog sterker verontreinigd zijn dan het bemalingswater.
  • Het faciliteren van het hergebruik van bemalingswater met voorwaarden. Hergebruik tot maximaal 5.000 m³ per kalenderjaar wordt inbegrepen in de bemalingsrubriek voor zover er geen indicaties zijn dat het bemalingswater potentieel verontreinigd is. 
  • Het uitbreiden van de voorafmeldingsplicht in het DOV-loket van bemalingen klasse 3. 
  • Het invoeren van een verplichte GPS-tracering voor boorbedrijven vanaf 2025. 
  • Het invoeren van een informatieverplichting voor boorbedrijven t.a.v. hun klanten. 

Grondwatertrein 2022 

De VLAREM-trein 2019 is nog maar net van kracht en een nieuwe verstrenging van het regelgevend kader werd al aangekondigd. Op 2 december 2022 was er de 1ste principiële goedkeuring van de grondwatertrein

Volgende wijzigingen staan op til: 

  • Een aanpassing van de indelingsrubriek voor bemalingen. 
  • Het invoeren van een afzonderlijke rubriek voor het zuiveren en lozen van potentieel verontreinigd bemalingswater. 
  • Een verstrenging van de bemalingscascade.  
  • Het invoeren van een rapportageverplichting van de opgepompte en terug in de ondergrond gebrachte debieten. 

Over deze teksten zal nog een publieke consultatie plaatsvinden en zullen adviezen van diverse instanties worden ingewonnen.  

Ook verscherpte aandacht tijdens het meldings- of vergunningentraject 

Een belangrijke stap vóór de uitvoering van een bemaling, is het doorlopen van het meldings- of vergunningentraject. De indeling van de bemaling (klasse 1, 2 of 3), hangt in belangrijke mate af van de ligging van de bemaling, het bemalingsdebiet en de diepte van de grondwaterverlaging onder het maaiveld. 

Naast het beantwoorden van een aantal technische en praktische vragen in de aanvraag van een omgevingsvergunning of de melding van een bemaling moet er ook gemotiveerd worden waarom bepaalde oplossingen niet haalbaar zijn.   

Dat het bemalingsconcept het best al in de ontwerp- en studiefase wordt meegenomen, is recent nog maar eens duidelijk geworden. De Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelt in een vernietigingsarrest dat de mogelijke milieueffecten van een bronbemaling moeten beoordeeld worden bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project, ook al laat het Omgevingsvergunningsdecreet toe dat de aanvraag voor die bronbemaling kan gebeuren tijdens de uitvoeringsfase van dat project. 

De milieueffectbeoordeling heeft namelijk tot doel de vergunningverlenende overheid toe te laten de weerslag van het gehele project op de mens en het leefmilieu na te gaan, dus inclusief de activiteiten in de uitvoeringsfase. 

Een goed en vroegtijdig uitgevoerde bemalingsstudie, inclusief de eventuele impact op het milieu is dus een must. Het is uiterst belangrijk om vroeg in het proces de nodige onderzoeken en studies te laten uitvoeren en niet te wachten tot de uitvoeringsfase. 

Heeft u vragen omtrent deze nieuwsflits, aarzel niet om contact op te nemen met één van onze experten op het nummer 056/75.42.81 of te mailen naar info@wiels.be.